Bijgewerkt op: 20 feb
Bram Brinkman
Zoals bijna alles wat met vogels te maken heeft begint het verhaal van de Weidevogelgroep Goeree dertig jaar geleden met de naam Krijn Tanis. Hij nam in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw het initiatief om in de polder Oude Oostdijk tijdens het broedseizoen weidevogels te beschermen. Met toestemming van de grondeigenaren die hiervoor een vergoeding kregen werden de percelen afgezocht. Het ging om de nesten van de grutto, kievit, scholekster en tureluur. Als er een nest werd gevonden werd er een bamboestok bij geplaatst zodat de boer vanaf z’n trekker kon zien waar het nest lag. Op die manier werden de kans dat de vogels succesvol hun eieren konden uitbroeden flink vergroot. Voor zover ik heb kunnen achterhalen bestond de weidevogelgroep toen uit drie personen: Krijn Tanis, Kees Appel en Gerrie Brinkman.

Zo rond 1995 heeft Krijn de coördinatie van de Weidevogelgroep “tijdelijk” overgedragen aan Gerrie. Hij onderhield de contacten met de agrariërs en gaf het aantal nesten en de resultaten door aan Arjan Gijlstra van Landschapbeheer Zuid-Holland. In die tijd bestond de groep uit: Gerrie Brinkman, Jan Zijlstra en Bram Brinkman. Het coördinatie stokje was in 2012 bij Bram terechtgekomen en de weidevogels zaten in zwaar weer. Mede door drijfmest, verdroging, toename van predatie en klimaatverandering (eerder maaien) namen het aantal nesten maar vooral het aantal vliegvlugge jongen steeds verder af. Ook met het enthousiasme van de vrijwilligers ging het de verkeerde kant op.
Tot in september 2022 Marten Annema kwam met een uitgebreid herstelplan voor de weidevogels in de Oude Oostdijk. In het voorjaar van datzelfde jaar was er door het agrarisch collectief Zuid-Hollandse eilanden een zonnepomp geplaatst maar in dit plan werd dit uitgebreid met nog eens vijf. Hierdoor komt er veel meer nattigheid in de polder en hopen we dat de overlevingskansen van de kuikens groter wordt.
Volgend voorjaar gaan we weer enthousiast aan de slag. Eind februari/ begin maart begint het al weer flink te kriebelen. We bespieden de vogels vanaf de weg met de verrekijker. Afhankelijk van het weer vinden we het eerste nestje rond half maart. Dat is altijd een kievit. Tegenwoordig nemen we de tablet mee het veld in en worden de gevonden nesten direct ingevoerd in de database van Boerenlandvogels Nederland. In deze database kan je ook de eventuele controle rondes en vooral de resultaten (uitkomst) invoeren. We hebben verder regelmatig contact met de Groene Motor. Deze organisatie zorgt o.a. voor de materialen die we gebruiken zoals de bamboestokken, mutsen en petten. Zij zorgen ook voor de vergunningen voor de vrijwilligers die elk jaar opnieuw geregeld moeten worden. Ook komen we een paar keer per jaar bij elkaar met de Weidevogelaars Voorne en Putten waar Goeree onder valt.